Core

Het onbestemde melancholische lijden van het “ik” in een kille wereld, wordt vertaald in termen als ‘mal du siècle’ en Weltschmerz. Zo lijdt de hoofdpersoon van Benjamin Constants roman Adolphe (1842) onder een onmogelijke liefde, en in Aurélia (1853-1854) schrijft Gérard de Nerval letterlijk een onmogelijke liefde van zich af. Victor Hugo schrijft zijn dichtbundel Les contemplations in 1856 na het verliezen van zijn dochter.

Er was een ware hang naar alles wat werd ingegeven door de verbeelding, dromen, mysteries, het fantastische en het metafysische. Het christendom, door de Verlichting beschouwd als obscurantisme, werd weer met open armen binnengehaald, als iets wat hoop kan geven op verlossing van het pijnlijke bestaan. Vooral François René de Chateaubriand schreef vurige betogen voor het christendom, waaronder Le génie du christianisme (1802) en Mémoires d’outre-tombe (1848-1850). Ook Alfred de Vigny filosofeerde over het menselijke bestaan, dat ondanks de komst van Christus nog een lijdensweg is, in zijn dichtbundel Les Destinées (1864) onder meer.

Werd de natuur in de Verlichting beschouwd als het bedreigende en ongeordende dat bestreden moest worden, tijdens de Romantiek werd ze afgeschilderd als spiegel van de ziel en bevond zich dus in het centrum van de thematiek, met een voorkeur voor locaties als ruïnes, berglandschappen (liefst door de maan beschenen), afgronden, watervallen, enz. Hoe verder er terug wordt gegaan naar de natuur, hoe beter. Chateaubriand beschreef in Atala (1801) en in René (1805) de avonturen en vooral de zieleroerselen van respectievelijk een indiaan en een Europeaan die verbannen is naar een primitieve stam.

Eugène Sue zoekt het dichter bij huis, en omschrijft de mysterieuze kant van Parijs in zijn Mystères de Paris, dat als feuilleton verscheen. Prosper Mérimée zocht het mysterie ook op. Om te beginnen met de naam van de auteur: hij presenteerde zijn werk alsof hij er slechts de vertaler van was. Ook zijn intriges zijn in mysterie gehuld. Daarbij zoekt hij exotisch aandoende omgevingen op: zijn bekendste werk, Carmen (1845) speelt zich in Spanje af.

De historische roman speelt een belangrijke rol in de Romantiek. Tijdens de Romantiek vond er een herontdekking van de christelijke Middeleeuwen plaats. Die tijd verenigde meerdere Romantische thema’s in zich: het is een combinatie van mystiek en een vlucht in de tijd. Goede voorbeelden zijn De Klokkenluider van de Notre Dame (Notre Dame de Paris, 1831) van Victor Hugo en het werk van Alexandre Dumas père, o.a. De drie musketiers (Les trois mousquetaires, 1844) en De graaf van Monte-Cristo (Le Comte de Monte-Cristo, ook uit 1844). In het theater vinden we deze vlucht in de tijd ook terug, onder anderen in Lorenzaccio (1834) van Alfred de Musset.

(Bron: Wikipedia)