Categorieën
19e eeuw Schilders

Francois Flameng

François Flameng (1856–1923) was a notable French painter during the last quarter of the 19th century and the first quarter of the 20th.[1] He was the son of Léopold Flameng, a celebrated printmaker, and received a first-rate education in his craft.

Work

Flameng initially received renown for his history painting and portraiture, and became a professor at the Academy of Fine Arts. He decorated such important civic buildings as the Sorbonne and the Opera Comique, and also produced advertising work. Flameng was granted France’s highest civilian honor, the Legion d’Honneur, and designed France’s first bank notes. He was also made an honorary Commander of the Royal Victorian Order in the 1908 Birthday Honours.

Flameng later received renown for his painting of World War I. He was named honorary president of the Society of Military Painters and an accredited documenter for the War Ministry. His work was displayed in the Hôtel des Invalides in Paris, as well as being reproduced in newsmagazines. At the time they were painted, Flameng’s war paintings were derided by many critics for being too realistic and not including heroic drama (although his paintings seem romantic to eyes which have seen photographs of genocide and nuclear war).

Most of his war paintings were donated to the Musée de l’Armée in 1920. In 1919 he was elected into the National Academy of Design as an Honorary Corresponding Academician.

Marriage, family and friends

Flameng married Marguerite Henriette Augusta Turquet (1863–?) at Neuilly-sur-Seine on 30 November 1881.[2] Their daughter Marie married the tennis star Max Decugis, whom Flameng also painted.[3]

François Flameng was a friend of John Singer Sargent, who painted his portrait, he also traveled with Jean-Léon Gérôme and Victor Clairin in Italy, and tutored Paul-Émile Bécat.

(Bron: Wikipedia)

Categorieën
19e eeuw

Victor Hugo’s engagement

Hugo maakte niet alleen naam als schrijver, maar ook als politiek denker. In de jaren veertig van de negentiende eeuw werd hij verkozen tot afgevaardigde in de Assemblée législative en de Assemblée constitutionnelle. Als politicus sprak Hugo zich onder meer uit tegen de doodstraf en voor de persvrijheid. Hij maakte zich hard voor de bestrijding van sociale ongelijkheid en stond bekend als een groot tegenstander van de monarchie.

Dit laatste bracht hem in 1851 in de problemen. In dat jaar greep Napoleon III de macht en werd een antiparlementaire grondwet ingesteld. Hugo stak zijn ongenoegen hierover niet onder stoelen of banken. Hij verklaarde de nieuwe keizer openlijk tot vijand van Frankrijk en riep de Fransen op in verzet te komen. Toen arrestatie dreigde, besloot de schrijver in ballingschap te gaan. Hij verbleef onder meer in Brussel en vestigde zich later op het Britse kanaaleiland Guernsey. Hoewel de keizer hem in 1859 amnestie verleende, zou Hugo hier tot 1870 blijven. Bij zijn terugkeer in Parijs werd de schrijver als held onthaald. Een poging om zijn politieke carrière weer op te pakken strandde echter.

(Bron: Historiek.net)

Categorieën
19e eeuw

Victor Hugo I

Victor Marie Hugo werd op 26 februari 1802 geboren in Besançon, een stad in het oosten van Frankrijk. Dit als derde zoon van Sophie Trébuchet en Joseph Léopold Sigisbert Hugo, een generaal die diende onder Napoleon. Vanwege het beroep van zijn vader reisde Hugo in zijn jonge jaren veel. Hij verbleef onder meer in Parijs, Napels en in Spanje, waar zijn vader drie provincies bestuurde. Het huwelijk van zijn ouders was slecht, onder meer doordat Sophie en Joseph er beiden een totaal andere levensovertuiging op nahielden. Vader beschouwde zichzelf als een atheïstisch republikein terwijl moeder een katholieke royaliste was. Vanaf 1813 leefden de twee gescheiden. Victor Hugo ging met zijn moeder mee naar Parijs, waar hij een opleiding volgde aan het Lycée Louis-le-Grand.

Als schrijver werd Hugo sterk beïnvloed door zijn landgenoot François René de Chateaubriand, romantisch dichter en schrijver en politicus. Wanneer Hugo precies besloot dat hij schrijver wilde worden is niet helemaal duidelijk. Wel is bekend dat hij op zijn veertiende al in zijn dagboek schreef:

“Je veux être Chateaubriand ou rien.” (Vert.: Ik wil Chateaubriand zijn of niets.)

(Bron: Historiek.net)